kwartaal - online puzzels
Een breuk of gebroken getal is de uitkomst van een deling van een geheel getal door een ander geheel getal, het is dus het quotiënt van die twee getallen. Als deel van de breuk wordt het deeltal aangeduid met teller en de deler als noemer. De teller telt het aantal door de noemer genoemde geheeltallige delen. Tussen de teller en de noemer staat een streep: de breukstreep. Zo geeft in de breuk 3⁄4 de teller 3 aan dat de breuk bestaat uit 3 delen ter grootte van de door de noemer 4 aangegeven delen 1⁄4. De combinatie van teller en noemer wordt ook wel breukgetal genoemd.
Men spreekt over een echte breuk wanneer de absolute waarde van de teller kleiner is dan die van de noemer, bijvoorbeeld 1⁄5 of 2⁄3, en over een onechte breuk wanneer dat niet zo is, bijvoorbeeld 1⁄1 of 6⁄5. Echte breuken hebben een waarde die absoluut gezien kleiner is dan 1, onechte breuken leveren een waarde op die absoluut gezien groter of gelijk is aan 1. Een breuk met teller 1, bijvoorbeeld 1⁄40, noemt men een stambreuk.Een breuk is een rationaal getal en ieder rationaal getal kan als breuk worden geschreven. Met rekenen, bij het onderwijs op de lagere school, is het gebruikelijk om over breuken te spreken.