Hobbits (Westron: Kuduk) zijn een imaginair volkje in Midden-aarde, ontsproten aan de fantasie van de Engelse schrijver J.R.R. Tolkien. Ze vertonen veel gelijkenis met kabouters. In De Hobbit (1937) en de daaropvolgende trilogie In de Ban van de Ring (1937-1949) vervullen Hobbits een hoofdrol.
Naam
Het woord hobbit is vooral bekend geworden dankzij Tolkien, maar duidde in het Engels al langer een kabouterachtig wezen aan. Het woord komt al voor in Denham Tracts, eenbundel aantekeningen over folklore van Michael Aislabie Denham, uitgegeven door James Hardy, London, Folklore Society, 1895, deel 2. Daar wordt een lijst van wezens vermeld uit de The Discoverie of Witchcraft van Reginald Scot uit 1584 (vertaling Ondecking van tovery, Thomas Basson, Leiden, 1609 en G.Basson, Leiden, 1637): "boggleboes, bogies, redmen, portunes, grants, hobbits, hobgoblins, brown-men, cowies, dunnies". Mogelijk heeft Tolkien deze tekst gelezen en onbewust de naam hobbit, verwant aan het Middelengelse hobbe, overgenomen voor zijn fantasiewezens. Het woord hobbit is ook verwant aan het Engelse woord voor kabouter hob of hobgoblin.
Achtergrond
Hobbits worden vanwege hun geringe lengte door andere volken die leven in Midden-aarde ook wel Halflingen (Engels: Halflings) (Westron: Banakil) genoemd. Aan het eind van de Derde Era leven ze vooral in de Gouw, een gematigde streek in Midden-aarde.
Copyright 2024 puzzlefactory.com Alle rechten voorbehouden.