Wie herinnert zich nog, bij het passeren van de zuil van Vendôme, dat dit viriele symbool van de Napoleontische overwinningen ook het wapen van een misdaad was? Dat dit trotse monument het instrument was van de ondergang, ondergang en dood van Gustave Courbet in 1877? Zijn ellendige einde, in ballingschap in een kleine Zwitserse commune, weerspiegelt het andere verbod, dit artistieke verbod, dat hij twintig jaar eerder had geleden.