Een soort is in de biologieeen elementaire taxonomische rang bij de indeling van de levende natuur (taxonomie). Een veelgebruikte definitie is dat een soort bestaat uit alle individuen die zich onder natuurlijke omstandigheden (dus zonder menselijk ingrijpen) onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen voortbrengen. De individuen binnen een soort vertonen morfologische en genetische overeenkomsten. Binnen een soort kunnen echter ook onderlinge verschillen (natuurlijke variatie) bestaan, zoals kleurvarianten.
Soorten worden altijd in een geslacht geplaatst en kunnen worden onderverdeeld in ondersoorten en deze weer in variëteiten.
Wanneer men spreekt van een soort is dit tot op zekere hoogte arbitrair, omdat deskundigen hierover van mening kunnen verschillen. Behalve morfologische en anatomische kenmerken gebruikt men ook andere kenmerken om verwantschap te bepalen, zoals de aminozuur-volgorde in eiwitten of de basen-volgorde in DNA en RNA in celkern, mitochondrion en plastiden. De ribosomen in het cytoplasma bevatten ook RNA.
Historische ontwikkeling van het soortconcept
Tot circa 1800
In de vroegste wetenschappelijke werken was een soort gewoon een individu dat stond voor een groep nagenoeg identieke organismen die in een of meer kenmerken verschilden van andere organismen; er werden geen groepskenmerken expliciet gemaakt.
John Ray was in 1686 de eerste bioloog die, in zijn Historia plantarum, een werkbare definitie van het concept 'soort' formuleerde:
Dit concept gaat ervan uit dat een soort eeneenheid is waarvan bij reproductie de kenmerkende eigenschappen in dezelfde gedaante opnieuw tevoorschijn komen. Ray zegt niets over het al dan niet kruisbaar zijn van deze soorten en of ze bij kruising al dan niet vruchtbare nakomelingen voortbrengen.
Copyright 2024 puzzlefactory.com Alle rechten voorbehouden.