Speelkaarten worden gebruikt bij kaartspelen, in kansspelen, door goochelaars en voor het bouwen van kaartenhuizen. Een complete set speelkaarten wordt ook kaartspel, spel kaarten, zij het met meervoud kaartspellen, in Nederland pak kaarten en stok en in het Vlaams ook wel boek/bat genoemd.
In de gangbare vorm bestaat eenkaartspel uit 52 'gewone' kaarten, die onderverdeeld worden in vier soorten, kleuren genoemd, van elk 13 kaarten:
13 ruiten (♦), in Vlaanderen ook wel koeken genoemdSchoppen en klaveren zijn zwart en harten en ruiten zijn rood, maar het zijn niet deze fysieke kleuren, maar de soorten die met kleur aangeduid worden. (Er bestaan ook kaartspellen waarbij elke soort eeneigenkleur heeft.) Elke soort kent
een aas (Oorspronkelijk 1. Op kaarten met het beeld van Parijs wordt de aas aangeduid als 1).Daarnaast bevat een spel soms twee of drie jokers.
In Nederland is traditioneel het Hollands beeld gangbaar, met typische stadsgezichten op de azen. In België wordt met het beeld van Parijs gekaart met de typische aanduiding 1 voor de aas. Daarnaast vindt het Anglo-Amerikaanse standaardbeeld steeds meer ingang, dat gekenmerkt wordt door de versiering van de schoppenaas, dat herinnert aan de tijd, dat het monopolie op het drukken van schoppenaas in Engeland bij wet bij de overheid rustte en men schoppenaas van de Engelse fiscus moest kopen.
Bij jasspelen, zoals klaverjassen heet de troefboer wel jas en de troefnegen de nel.
Speelkaarten bestaan in twee veelgebruikte formaten.
Copyright 2024 puzzlefactory.com Alle rechten voorbehouden.