Postimpressionisme - online puzzels
De term postimpressionisme verwijst naar een verscheidenheid aan stijlexperimenten die vanaf 1886 voortkwamen uit het impressionisme, waaronder het neo-impressionisme, het cloisonnisme, het synthetisme en later het fauvisme. De bakermat van al deze stromingen lag steeds in Frankrijk, maar later zouden ze zich ook naar andere landen verspreiden. Het einde van deze brede postimpressionistische beweging wordt vaak verondersteld samen te vallen met het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914.
Postimpressionisme werd als term bedacht door de Britse criticus Roger Fry, als titel voor zijn gelijknamige expositie in Londen, in 1910, met werken van Paul Cézanne, Paul Gauguin, Vincent van Gogh, Georges Seurat en Paul Signac.
Parallelle stromingen
Het begin van het post-impressionisme wordt vaak gedateerd op 1886, toen de achtste en laatste grote impressionistententoonstelling plaatsvond. In het bijzonder de expositie daar van het pointillistische werk van Seurat en Signac, maakte duidelijk dat zich een nieuwe stroming aandiende, korte tijd later "neo-impressionisme" genoemd. Veel kunstschilders lieten zich door hun divisionistische werkwijzen en kleurtheorieën beïnvloeden, met Vincent Van Gogh als meest sprekende voorbeeld.
Bij de Belgische luministen, met onder andere Emile Claus, Theo Van Rysselberghe, Georges Lemmen, James Ensor, Willy Finch, Willy Schlobach, Franz Courtens, de School van Tervuren of de School van Kalmthout, zien we ook directe invloeden vanuit het neo-impressionisme.
Parallel aan het neo-impressionisme ontwikkelde zich eind jaren 1880 in Bretagne een aantal kunstenaarskolonies, die een eigen postimpressionistische genoemde stijl zouden ontwikkelen. Meest bekend zijn de kolonie Les Nabis en de School van Pont-Aven, met Paul Gauguin, Paul Sérusier, Pierre Bonnard en Emile Bernard als belangrijkste voortrekkers.