Matoaka, beter bekend als Pocahontas (Richmond (Virginia), ca. 1596 – Gravesend (Kent), maart 1617) was de dochter van het stamhoofd van de Powhatan-indianen in het gebied rond Tidewater (Virginia). Omdat ze door de Engelse kolonisten werd omschreven als "de enige, overlevende lievelingsdochter" van de machtige paramount chief (het opperste stamhoofd) Powhatan, werd ze in de (populaire) Westerse cultuur geromantiseerd en betiteld als "prinses". Wat over haar bekend is komt onder meer uit verslagen van ontdekkingsreizigers als William Strachey (The Historie of Travaile Into Virginia Britannia, 1612) en John Smith (A map of Virginia VVith a description of the countrey, the commodities, people, government and religion, 1612).
Naamgeving
Pocahontas' oorspronkelijke geboortenaam was 'Matoaka' of 'Matoax', wat volgens haar stam 'wit (sneeuw)veertje' betekent. Om de eraan uit bijgeloof toegedichte beschermende kracht te vrijwaren werd deze naam door haar clan angstvallig geheim gehouden voor buitenstaanders. Van haar vader kreeg ze in haar kindertijd de bijnaam 'Pocahontas', wat in haar taal (het Powhatan) "kleine deugniet" of "speels, ondeugend meisje" betekende maar door de kolonisten werd vertaald als "stralende rivier tussen twee heuvels" of "bloem tussen twee rivieren", zijnde de Mattaponi en de Pamunkey.
Biografie
Volgens een verslag dat John Smith over zijn reis deed, zou Pocahontas (toen 10 of 11 jaar) verhinderd hebben dat haar vader hem liet doden in het jaar 1607, toen hij met een kleine expeditie de Chickahominy-rivier verkende en gevangengenomen werd door de Powhatan. Hedendaagse historici betwijfelen nu of die dramatische scène werkelijk heeft plaatsgevonden en denken dat Smith het verhaal verzonnen heeft. Volgens antropologen ging het waarschijnlijk om een inwijdingsritueel dat Smith verkeerd interpreteerde.