Men spreekt over eeninfectie als een micro-organisme, virus, prion of parasiet in eenlevend wezen is binnengedrongen en zich daar vermenigvuldigd heeft (dit hoeft niet schadelijk te zijn). Wanneer het organisme dusdanig veel schade aanricht dat het normaal functioneren van de gastheer is verstoord, spreekt men van een infectieziekte. In het ergste geval kan eeninfectieleiden tot de dood van het geïnfecteerde individu. Het micro-organisme wordt bij een ziekmakende infectie het pathogeen (de ziekteverwekker) genoemd. Als de ziektekiemen zich nog niet vermenigvuldigd hebben, of als ze door het afweersysteem herkend en verwijderd worden, spreekt men niet van eeninfectie maar van besmetting.
Eeninfectie heeft vaak een ontsteking tot gevolg. Als de ziekteverwekker zich verspreidt door het lichaam zal het afweersysteem antistoffen maken. Aan de hand van deze stoffen kan men meestal bepalen met welke pathogeen het lichaam geïnfecteerd is.
Verspreiding
Infecties kunnen worden onderscheiden in plaatselijke infecties (b.v. lokale huidontstekingen uitgaande van haarzakjes), regionale infectie (waarbij de infectie zich over een deel van het lichaam heeft uitgebreid) en systemische infecties waarbij het hele organisme ziek wordt (b.v.
Copyright 2024 puzzlefactory.com Alle rechten voorbehouden.