Gips - online puzzels
Gips (afgeleid van het Griekse γύψος, "krijt" of "gips") is een mineraal dat grotendeels uit calciumsulfaat (CaSO4) bestaat, een verbinding van het calcium- en het sulfaation.
Fysische eigenschappen en voorkomen
In de natuur komt calciumsulfaat in kristallijne vorm als seleniet en als albast voor. Deze vormen hebben twee moleculen kristalwater in het kristalrooster: CaSO4·2H2O.
Calciumsulfaat kan meerdere verschijningsvormen aannemen, maar die hebben geen effect op het chemische gedrag van de stof.
di-hydraat, CaSO4 · 2H2O, het uitgeharde gips of de gipskristallen die in de natuur worden aangetroffen;
hemi-hydraat, 2 CaSO4 · H2O, calciumsulfaathemihydraat of dicalciumsulfaatmonohydraat, een gipspoeder dat bij toevoeging van water weer kristalwater opneemt en daardoor weer hard wordt en weer het di-hydraat vormt;
gamma-anhydraat, CaSO4, de waterarme vorm. Wordt onder andere gebruikt voor droogmiddelen.
bèta-anhydraat, CaSO4, de watervrije vorm. Wordt onder andere in de bouw als vulstof gebruikt.Bij het verhitten van gips boven 150 °C dehydrateert het mineraal gedeeltelijk: het verliest water uit zijn kristalrooster en er wordt hemi-hydraat gevormd:
2
CaSO
4
⋅
4
H
2
O
⟶
(
CaSO
4
)
2
⋅
H
2
O
+
3
H
2
O
{\displaystyle {\ce {2 CaSO4. 4 H2O -> (CaSO4)2. H2O + 3H2O}}}
Wordt het hemi-hydraat verder verwarmd (180 °C), dan ontstaat er calciumsulfaat met zeer weinig kristalwater. We spreken dan van het gamma-anhydraat.