Maria Luisa Park is het bekendste park van Sevilla en de groene longen van de stad. Het ligt aan een toeristisch pad en wordt even vaak bezocht door de lokale bevolking en toeristen die naar de stad kwamen. Het is een geweldige plek voor wandelingen en beschutting tegen de brandende zon. Oorspronkelijk maakte het park deel uit van de tuinen van het paleis van San Thelmo en werd het in 1893 aan de stad geschonken door het kind Mary Maria Luisa de Borbón, hertogin van Montpensier. De plaats wordt gediversifieerd door vijvers en vijvers, bijvoorbeeld de Lotos-vijver, met romantische bruggen en loopbruggen, versierd met azulejos. Als je het lopen beu bent, kun je op banken zitten die verborgen zijn in het groen of je verstoppen in een afgelegen hoek met een boek. Aan de rand van het park ligt de Plaza de América, naast het Archeologisch Museum en het Museum voor Kunst en Douane. De gebouwen zijn gebouwd als tentoonstellingspaviljoens en later aangepast voor musea. Plaza de América is vooral dol op duiven die zich daar verzamelen, wachtend op traktaties die door voorbijgangers worden gegooid. In het park zie je ook kleurrijke papegaaien, koningspauwen, zwanen en eenden.
